BelgenTop 50 'Aller Tijden'

 

31
Deogratias
Plot: De berooide Hutu Deogratias nam tijdens de genocide in Rwanda tegen zijn zin deel aan moordpartijen tegen hun vijand, de Tutsi's, hoewel hij aanvankelijk zijn Tutsi-vrienden probeert te verbergen. Na de oorlog bestaat zijn leven uit het zoeken van manieren waarop hij Urwagwa, het lokale bananenbier, kan bekomen. Enkel met voldoende bier om zichzelf dronken te kunnen voeren, kan hij de vreselijke herinneringendie in zijn gedachten telkens opduiken vergeten. Als hij niet dronken genoeg is, gedraagt Deogratias zich letterlijk als een hond. Minder verschrikkelijke episodes uit Deogratias' leven dwalen eveneens in zijn verknipte hoofd. Vóór de oorlog was de jongeling namelijk verliefd op de mooie Appolinaire die evenwel niet verliefd was op hem. Haar zus Benigne daarentegen wel. Deogratias nam genoegen met haar. Maar de zusjes zijn allebei Tutsi's.
Topwaardering: Mede door Deogratias' transformaties in een hond, die niet bedoeld zijn als een hallucinatie, krijgt het aangrijpende verhaal een magisch-realistisch standpunt. Goed gevonden want niet alleen is de bloedserieuze ernst daardoor beter te behappen, het album wordt daardoor ook geen semi-politiek pamflet met opgeheven vinger. Het terechtwijzende vingertje naar de domheid van de mensen (zowel extremisten als kolonialen) en de domheid van een oorlog in het bijzonder moet elke lezer met rechtvaardigheidsgevoel maar maken. Verbazend hoe de geloofwaardigheid van het verhaal er niet door wordt aangetast. Sterker zelfs, Stassen treedt in dit album op als een betrokken reporter ter plaatse zonder dat het dus in een droge reportagestijl gemaakt is. Deogratias toont de aanloop naar en de gevolgen direct na de genocide voor de mensen die er wonen, elkaars buren zijn, dan vijanden en tenslotte opnieuw als buren moeten samenleven. Stassen benadrukt trouwens dat hij in de eerste plaats een album wilde maken over mensen en niet over een continent, een land of een oorlogssituatie.
Aantal genomineerde albums van Stassen: 2
 
Weetjes: Eind 1996 verblijft Stassen zes maanden in Rwanda, twee jaar na de nutteloze genocide volgend op de moord van de gematigde Hutu, president Habyarimana, dat uiteindelijk bijna één miljoen burgers (hetzij Hutu's of Tutsi's, maar allemaal mensen) het leven kost. Het aantal trauma's voor het leven en de miljoenen uiteengerukte gezinnen is ontelbaar. De totale bevolking van Rwanda telde zeven miljoen inwoners. Stassen bezoekt er zijn Rwandese vrienden die hij moest achterlaten. Niet allemaal overleefden ze de oorlog. Stassen komt er locaties bezoeken en grafstenen plaatsen. Aanvankelijk wil Stassen geeneens een strip maken over het gebeuren, maar hij verzamelt er niettemin getuigenissen, maakt schetsen en illustraties die zullen leiden naar de creatie van Deogratias • In 1999 bezoekt hij de vluchtelingenkampen in Burundi en Tanzania en begint het scenario te schrijven. Op dat moment smeult de oorlog nog steeds in het noorden van Rwanda. Stassen is er getuige van dat elke dag mensen uit de kampen de grens oversteken om in Rwanda vijanden te doden. Stassen vindt het onverdraaglijk dat de westerse pers laat uitschijnen dat de kampen er voor slachtoffers zijn terwijl miljoenen dollars, bestemd voor de kampen, onrechtstreeks de moordpartijen in stand houden • Deogratias is het derde solo-album na Stassens samenwerking met Lapière voor hun monumentale klassieker Brieven uit de Bar • Een zoveelste waargebeurd feit is helaas de via de radio gepredikte haat dat medeverantwoordelijk geacht wordt voor het escaleren van de burgeroolog. De Italiaanse Belg Giorgio Ruggio riep indertijd op het radiostation Mille Collines (= duizend heuvels) de Hutu's op deTutsi's af te slachten • De radiopropaganda stuurt ook aan op verkrachtingen, een wapen in vele genocides. Een Tutsi-vrouw die verkracht is, heeft volgens het Tutsi-geloof een ontheiligd lichaam en kan/mag bijgevolg geen Tutsi-kinderen meer ter wereld brengen. In Deogratias 'valt' het dan wel mee, maar in het echt was het schering en inslag • Hoewel de etnische situatie tussen de Hutu's en de Tutsi's extreem gelijkaardig is met de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië (lees de info over Sarajevo-Tango hieronder), negeert de internationale gemeenschap het hulpbehoevende Afrikaanse land volkomen • 85% van de Tutsi's vindt de dood, een 'geslaagde' uitroeiingsoperatie. Stassen beweert dat er een Canadees rapport bestaat dat het dodencijfer van de Hutu's noemt, maar door voornamelijk de Franse pers verzwegen wordt. Volgens deze bron zouden er 'slechts' 50.000 Hutu's vermoord zijn • De passage waarin Deogratias in een lijk bijt, heeft Stassen ook niet uitgevonden. De Rwandese honden vreten inderdaad de achtergebleven kadavers op na slachtpartijen. Om die reden is het hondenbestand na de genocide drastisch gedaald want de lijkenschennende vierpoters worden bijna allemaal afgemaakt • Deogratias wint in 2001 de prijs voor het Beste Scenario in Angoulême.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Jean-Philippe Stassen
Scenarist:
Jean-Philippe Stassen
Uitgever:
Dupuis
Collectie:
Vrije Vlucht
Eerste druk: 2000
Oorspronkelijke titel:
Déogratias
Uitvoering:
HC, kleur


32
Sarajevo-Tango
Plot: De onsympathieke huurling Svonko Duprez is ingehuurd om het dochtertje van een rijke opdrachtgeefster uit het belegerde Sarajevo weg te halen aan het begin van de oorlog in 1992.
Topwaardering: Als Hermann kwaad is, blijf je beter uit zijn buurt en wacht je gelaten tot hij zijn woede op papier heeft toevertrouwd, geschreven en geschilderd in stripvorm. En Hermann wàs kwaad toen zijn vriend en agent Ervin Rustemagic via fax geheel andere feiten over de Servisch-Bosnische burgeroorlog in ex-Joegoslavië doorgaf. Hermann verloor op slag zijn geloof in de media en het westen: allemaal hypocrieten, één grote schertsvertoning en dat mocht de striplezende wereld weten. Sarajevo-Tango is Hermanns persoonlijke, politieke pamflet tegen de walgelijke onverschilligheid van de Verenigde Naties en het democratische westen. Hij drukt de lezer hardhandig met de neus op de realiteit... "in zijn eigen stront" zoals hij het zelf zegt. En ook al gaat het om dikwijls fictieve personages, Hermann houdt duidelijk niet van onverschilligheid. Dit is zijn deelname aan de stripgeschiedschrijving.
Aantal genomineerde albums van Hermann: 25
Weetjes: Exclusieve informatie over de achtergrond van de burgeroorlog krijgt Hermann van zijn vriend en agent Ervin Rustemagic, op dat moment een inwoner van Sarajevo die anderhalf jaar tussen het bommengeweld overleeft. Zijn berichten via fax komen niet overeen met het beeld dat wij op tv en in de geschreven pers te zien en te lezen krijgen. Zijn faxen bereiken Hermann via een satteliet en een Nederlandse boot op de Noordzee • Ervins moeder wordt op de drempel van het bejaardentehuis neergeschoten waar ze met andere oudjes woont. Alle bejaarden worden er afgemaakt. Twee dagen later vernielen Servische tanks het huis en de kantoren van Ervin • Rustemagic is naast agent en manager voor Hermann, die hem over de internationale rechten van zijn albums laat onderhandelen, eigenaar van het Sloveense Strip Art Features waar de uitgeverij Prestige een onderdeel van is. Hij is onder andere agent voor een comicreeks die hij succesvol weet te verkopen om er een film van te maken: Men in Black (1997). Ook in de in Amerika betrekkelijk populaire tv-reeks Jeremiah & Kurdy heeft hij een hand • Om de aanklacht tegen de besluiteloze houding van de machtigen der aarde extra kracht bij te zetten wordt een exemplaar van het album in een Nederlandse, Franse of Engelse versie opgestuurd naar zowat alle Europese staatshoofden, vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap, de NAVO, militaire comités, de Verenigde Naties, de Veiligheidsraad, de Liga voor de Mensenrechten, het Rode Kruis, Artsen Zonder Grenzen,... Via tussenpersonen zouden ook onder andere Johannes-Paulus II en de toenmalige presidenten Bill Clinton en Boris Jeltsin een exemplaar gekregen hebben. In totaal een 180-tal personen en instanties ontvangen een gratis exemplaar van Sarajevo-Tango • Voor zijn tweede one-shot na Missié Vandisandi (Vrije Vlucht, 1991) werkt Hermann voor de eerste keer in zijn ondertussen gekende en geroemde rechtstreeks geschilderde tekenstijl. Hij spaart er naar zijn eigen verbazing een halve dag tekenwerk mee uit per pagina • Volgens Hermann had een militaire interventie in het begin van de oorlog een oplossing kunnen bieden. Desnoods had hij zelf een geweer ter hand genomen • De hoge VN-functionarissen die op pagina 10 een tango dansen uit 1938 refereert naar de houding van het westen dat toen ongemoeid de Duitsers onder leiding van Adolf Hitler het land Tjecho-Slowakije laten binnenvallen • De blauwhelmen dragen allemaal smurfenhoedjes, Hermanns manier om hen belachelijk te maken • De saxofonist op pagina 15 is natuurlijk Bill Clinton, toenmalig president van de Verenigde Staten • Het album wint de Prix Oesterheld, genoemd naar de Argentijnse oorlogsreporter en stripscenarist die tragisch verdwijnt in 1977 • Sarajevo-Tango is niet Hermanns favoriete one-shot, maar wel zijn belangrijkste, vindt hij. "Het is een schreeuw, een kreet van woede. Ik was boos, ik wilde niet achteloos slikken wat er daar gebeurde" zegt hij in MYX 5, tweede jaargang (mei 2004). Nog steeds is hij boos op voormalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Boutros Boutros-Ghali, die in zijn ogen te weinig deed om de oplaaiende oorlog in ex-Joegoslavië tegen te gaan. "Als ik alleen ben met hem in een kamer, komt er één van ons levend naar buiten. Ik maak hem af. Al moet ik dat met mijn blote handen doen", zegt hij over hem • Sommige boekwinkels in Frankrijk weigeren het album te verkopen omdat het de Franse militairen en ex-president François Mitterand in een ongunstig daglicht stelt. Hij verkoopt zowat een derde minder albums dan gewoonlijk • In Zozolala 81 van juni/juli 1995 laat Hermann optekenen dat hij zelfmoord zal plegen als hij op zijn zeventigste niet meer kan tekenen. Hermann is geboren in 1938. De uitspraak relativeert hij meteen door te zeggen dat hij er de moed misschien niet voor heeft.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Hermann
(Hermann Huppen)
Scenarist:
Hermann
(Hermann Huppen)
Uitgever:
Dupuis
Collectie:
Vrije Vlucht
Eerste druk: 1995
Uitvoering:
SC en HC, kleur


33
De Klaagzang van de Verloren Gewesten 5: Moriganen
Plot: Vóór de tijd van Sioban waren er de Genaderidders die op het eiland de oude demonen probeerden uit te roeien, in het leven geroepen door de eerste bewoners van de gewesten: de Heksen. De Moriganen waren het meest gevreesd want zij hadden niets verloren van de kracht van hun ras: de Chiil in hun linkeroog. In de rangen van de Genaderidders bevindt zich de jonge Seamus wiens lot nog moet geschreven worden maar al vaste lijnen vertoont.
Topwaardering: Delaby vat het mooi voor ons samen: "Het barbaarse van de vroege middeleeuwen, veel gehavende helmen, helmen met deuken en ook mooie meisjes, hele mooie jonge meisjes..." Ja, dat trekt ons wel aan. Onder andere het horrorfestijn op de laatste pagina's maakt het verschil met andere occulte en mystieke, middeleeuws gesitueerde reeksen. Delaby's prachtige schilderstijl bewijst voor ons hoeveel bloed, zweet en tranen — of anders: vakmanschap en energie — dit album gekost heeft. Gelukkig heeft Dufaux voor de tekenaar geen tweederangsverhaaltje uit zijn toverhoed tevoorschijn gehaald.
Aantal genomineerde albums van Delaby: 5
Aantal genomineerde albums van Dufaux: 22
Weetjes: Na Rosinski's slot van de eerste cyclus willen zowel uitgeverij Dargaud als scenarist Dufaux er graag mee doorgaan. Maar Rosinski is volgens Delaby snel moe en schildert liever dan dat hij tekent. Toen moesten Western en De Wraak van Graaf Skarbek nog verschijnen. Dargaud benadert Delaby met de vraag of hij geen geschikte tekenaar weet. Delaby wil het eigenlijk zelf wel doen. Pas na een paar weken meldt Dargaud dat het Delaby eigenlijk het meest geschikt vindt. Delaby denkt eerst dat het om een grap gaat • De Klaagzang situeert zich rond de derde eeuw na Christus en heeft volgens Delaby raakvlakken met de mythes rond Koning Arthur. En daar heeft Delaby ervaring mee. In 1991 verschijnt een bundel kortverhalen in het album Arthur in het Legendarische Koninkrijk op scenario van Yves Duval in de collectie Verhalen en Legenden • Aan Murena 1 tekent Delaby vier jaar. De eerste berichten over Delaby's medewerking aan een tweede cyclus van De Klaagzang van de Verloren Gewesten dateren van oktober 1999 • Deze prequelcyclus van de Genaderidders speelt zich dertig jaar vroeger af dan de cyclus van Sioban • Delaby's decennialange fascinatie voor hekserij en magie kan hij kwijt in dit album. Zelf gelooft hij zeer sterk in de kern van waarheid in voorspellingen • Een eerste stripcreatie, rechtstreeks in kleur geschilderd, maakt Delaby in 1996 op scenario van Benn (André Beniest) voor het collectieve kerstalbum Le Père Noël dans ses Petits Souliers (verschenen bij Pictoris Studio in 1997). Het is een kerstverhaal van twee pagina's • Grafisch vormgever en ontwerper Piotr Rosinski, de zoon van Grzegorz, verzorgt de lay-out van dit album • Omdat Delaby's rechtstreekse teken- en schilderstijl uren verslindt wil hij vóór het verschijnen van De Klaagzang 6 twee Murena-albums van de tweede cyclus tekenen. Deze zal hij uitwerken in zijn realistische zwart-wit stijl. De inkleuring laat hij over aan anderen • Met deze vierdelige cyclus van de Genaderidders is het volgens het voorwoord van Dufaux in dit album nog niet afgelopen. Hierna volgt de cyclus van de Heksen over de oorsprong van het eiland. En Dufaux laat ook een ballonnetje op over het volkje van de Ouki's en de volwassen jaren van Sioban • Sioban spreek je trouwens fonetisch uit als [sjoovón] met de nadruk op de laatste o.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Philippe Delaby
Scenarist:
Jean Dufaux
Uitgever:
Dargaud
Eerste druk: 2004
Oorspronkelijke titel:
La Complainte des Landes Perdues 5: Moriganes
Uitvoering:
SC, kleur


34
De Prins van de Nacht 1: De Jager
Plot: Kergan biedt zich aan als zanger op het kasteel van de Rougemonts. De brute heer Jehan is gefrustreerd omdat zijn vrouw Marianne sinds de geboorte van hun zoon alle gunsten weigert. Pater Thibaut vertrouwt de donkerharige Kergan alleszins voor geen meter. De vrouwen trekken zich terug om naar Kergans liederen te luisteren, maar een wachter betrapt de vampier terwijl hij bloed uit de keel van Marianne drinkt nadat hij een jonkvrouwe de strot afbeet. Jehan organiseert een drijfjacht en wordt een vampierjager.
Topwaardering: Toch cool dat Kergan op een bepaalde manier zodanig menselijk wordt voorgesteld dat je jezelf niet tegenhoudt de gebeurtenissen te willen zien door zijn ogen. Deze identificatie met de vampier zorgt ervoor dat je 'm kan beschouwen als een held (meer dan de onsympathieke Jehan). Een atypische held, dat wel. Maar met typische helden ligt het kerkhof al vol. Het steeds wederkerende erotische, bijna perverse aspect van het vampiersgenre wordt uiteraard aangereikt door maagdelijke deernes met ranke halsjes. Je zou er zelf bijtgraag door worden. Seks en de dood, we moeten deze succescombinatie niet beginnen doodbekritiseren.
Aantal genomineerde albums van Swolfs: 5
Weetjes: Swolfs studeert samen met Sokal, Goffin, Cossu, Berthet, Andreas, Foerster en Schuiten aan het Sint-Lucas in Brussel. Na het beëindigen van zijn studie heeft hij al een lang verhaal klaar dat direct als album verschijnt. Het is het eerste deel van de western Durango dat snel een groot succes kent • De Prins van de Nacht ligt in de lijn van Swolfs' interesses: ten eerste de vampier als een geliefkoosd onderwerp en ten tweede de mix van fantasy en psychologie in de verhalen van Stephen King • Bij wijze van research bekijkt Swolfs vele films (vooral van de Engelse Hammer Studio) en leest een stapel boeken. Hij spiegelt Kergan allerminst aan de nieuwe duivel zoals Bram Stoker de vampier herschiep in Dracula, noch aan de acteur Bela Lugosi die onsterfelijk werd als veelvuldig vertolker van de graaf. De verhalen van Stephen King en Ann Rice (Interview with the Vampire) beïnvloeden hem meer. Kergan is een eigen variant en moet vernieuwing bieden aan het uitgemolken vampiersgenre. Om die reden merk je weinig van de conventies van het genre: look, crucifixen en het daglicht die een vampier kunnen belagen • Swolfs mag pas op zijn zestiende naar Christopher Lees Dracula kijken • De rol van Kergan fungeert volgens Swolfs als een psychologische katalysator die het geslacht Rougemont van alle schone schijn ontdoet • Communicatiestoornissen met zijn eerste vrouw en een nogal negatieve kijk op de wereld doen Swolfs besluiten een tijdje in psychotherapie te gaan. Hij gebruikt zijn analyses voor zijn vampiersreeks en wordt er zakelijk efficiënter door • In De Prins van de Nacht 3: Volle Maan gaat een telg uit het vampierjagersgeslacht in therapie bij een psychiater. Hij verklaart de westerse fascinatie voor de vampier. Volgens Swolfs is het te herleiden naar een fasincatie voor seks en de dood waarbij de vampier twee gezichten heeft: dat van een verleider, een Don Juan en tegelijkertijd dat van een monster • Dit eerste deel blijft eerst in de lade liggen omdat Swolfs problemen heeft met een uitgever. De publicatie bij Glénat is een staaltje van perfecte timing want het verschijnt in de maalstroom na de succesvolle Francis Ford Coppola-prent Bram Stoker's Dracula uit 1992 en Interview with the Vampire uit 1994 • Eén van de stills (officiële foto's naar de film, bedoeld voor tijdschriften) uit Interview with the Vampire toont de vampier Lestat (gespeeld door Tom Cruise) die zich buigt over een meisje. De gespiegelde versie van dit beeld is identiek aan de houding op de cover van De Prins van de Nacht 1. Swolfs zegt dat de cover al is getekend nog vóór de film hier uitkomt • Swolfs beweert dat, hoewel een vampier niet bestaat, hij wel degelijk aanwezig is in de fantasie van vele culturen • Alle series die Swolfs zelf tekent of tekende (Durango, Dampierre, De Prins van de Nacht, Legende) spelen zich af in het verleden • Swolfs heeft wat met sneeuw: "Het is puur en een besneeuwd landschap heeft iets nostalgisch". Scènes in de sneeuw komen sterker over, vindt hij, "Er is niets mooiers dan een ruiter in de sneeuw". En ja, De Jager speelt zich af in de winter. Hij woont al jaren in de Ardennen, in Profondeville. Op dertig à veertig kilometer ligt het perfecte bos dat veel voorkomt in de albums van de tekenaar. Hij gaat er vaak wandelen met zijn vrouw en neemt er foto's • De twee gothische kastelen uit Veves, waar Swolfs vaak speelde toen hij er met zijn ouders op vakantie ging, komt zowel voor in De Prins van de Nacht en in aangepaste vorm in Legende • Van de laatste delen van De Prins van de Nacht worden er in België en Frankrijk 60.000 exemplaren per titel verkocht • De inkleuring wordt verzorgd door Sophie Swolfs, de echtgenote van Yves. Zij kleurt zijn albums sinds Durango 10: De Prooi van de Jakhals • Naast tekenen en schrijven heeft Swolfs nog een passie: muziek. Hij maakt als gitarist deel uit van de Belgische hardrockband Lazare. In 1987 schrijft Swolfs de song Boulevard des Rêves Brisés en herkent de melodie in de hit Give in to Me op Michael Jacksons album Dangerous uit 1991. Beide songs worden uitgebracht door Warner Chapell Music. In de herfst van 1998 wordt het wereldnieuws als Swolfs van Jackson 75 miljoen oude Belgische franken eist voor plagiaat en copyrightovertredingen. Het komt tot een proces.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Yves Swolfs
Scenarist:
Yves Swolfs
Uitgever:
Glénat
Collectie:
Grafica
Eerste druk: 1995
Oorspronkelijke titel:
Le Prince de la Nuit 1: Le Chasseur
Uitvoering:
HC, kleur


35
De Avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot 12:
Het Nest van de Marsupilami's
Plot: Journaliste IJzerlijm nodigt Robbedoes en Kwabbernoot uit voor de lezing "De Neven uit Palombië". IJzerlijm draaide namelijk een natuurdocumentaire over een koppel Marsupilami's die een ingenieus nest bouwen, een nageslacht kweken en deze behoeden voor een gevaarlijke jaguar.
Topwaardering: In de tijd van publicatie was dit een behoorlijk revolutionair verhaal. De titelpersonages Robbedoes en Kwabbernoot vertolkten immers een bijrol, dan nog als niet participerende toeschouwers. Als compensatie komt de lezer te weten hoe de Marsupilami's leven in het verre Zuid-Amerikaanse land Palombië. En zij vergasten ons op een blijde gebeurtenis: de verrassende geboorte van drie baby's. Wellicht de eerste, maar zeer zeker de beste natuurdocumentaire ooit in een stripverhaal gegoten. Hoe sterk leefde jij niet mee met de gele springbeesten en hoe zeer was jij niet bekommerd om hun lot? Voor de geslaagde komische noot zorgen de jaguar, die steeds het onderspit moet delven en er zijn complete staart bij inschiet, en de bijzonder meelevende reacties van de dame op de tweede rij naast Kwabbernoot... Om er slechts twee te noemen. Het Nest van de Marsupilami's is Franquins intiemste en meest poëtische album.
Aantal genomineerde albums van Franquin: 20
Weetjes: Eerst en vooral: dit album bestaat uit twee los van elkaar staande verhalen: Het Nest van de Marsupilami's en Boeven op de Kermis. Wij beperken ons hier tot het titelverhaal • Het Nest van de Marsupilami's verschijnt in voorpublicatie in het weekblad Robbedoes in 1956 en 1957, in hetzelfde jaar dat Isabelle, de dochter van Franquin, wordt geboren. Het echtpaar beweert nochtans dat deze privé-gebeurtenis geen enkel verband houdt met het verhaal • In 1957 start Franquin ook met de gags van Guust Flater terwijl hij nog gags moet leveren van Ton en Tineke aan het concurrerende weekblad Kuifje • Eigenlijk is de aanleiding voor dit verhaal Franquins voorkeur om nog eens de journaliste IJzerlijm te gebruiken, een personage dat hem zeer bevalt na haar eerste optredens in deel 6: De Hoorn van de Neushoren (1954) en deel 7: De Dictator en de Paddestoel (1956). Franquin vindt het vooral leuk om Robbedoes en Kwabbernoot een keer jaloers te laten worden op het ondernemende meisje dat — toegegeven — met engelengeduld een natuurdocumentaire van jewelste gemaakt heeft • "Er valt niets in te lezen", is een uitspraak van Franquin over dit album. Nochtans wordt de Marsupilami net door dit album een legende en volgens de overzichtscatalogus van de expo Le Monde de Franquin in Parijs het beroemdste mythische dier uit de geschiedenis van het Europese beeldverhaal • Het Nest van de Marsupilami's is het best verkochte deel van alle Robbedoes-albums die getekend zijn door Franquin. Ook andere verhalen waar de Marsupilami in voorkomt volgen deze topstrip op de voet • In Robbedoes 2300 uit 1982 parodiëren Yann en Conrad plaat 35, maar tekenen een nest Flagada's, een dier (het enige dier met een vleugelschroef!) gecreëerd door Charles Degotte • De romantische pagina 30, met de geboorte van de kleine Marsupilami's, wordt onder de titel Het Nest van de Mayonaisami's in Robbedoes Album+ 6 uit 1983 nog eens overgedaan door Frommeltje en Viola door Bernard Hislaire • In de albumpublicatie ontbreekt een intermezzopagina waarin Robbedoes en Kwabbernoot naar voren geroepen worden om de lezers van het door de vrome uitgeverij Dupuis uitgegeven weekblad Robbedoes een prettig kerstfeest toe te wensen. Franquin maakt de plaat tussendoor en vindt 'm helemaal niet geslaagd. Uit plaatsgebrek voor de albumpublicatie wordt ook een scène op het einde geschrapt. Deze scène speelt zich af op de receptie na de lezing van IJzerlijm die er oververdiende complimenten in ontvangst neemt • In hetzelfde jaar van albumpublicatie verschijnen ook nog het eerste album van Guust Flater (dat wegens een misverstand gratis wordt weggeschonken) en de Robbedoes-albums 13: De Bezoeker uit de Oertijd en deel 14: De Gevangene van Boeddha • In 1957 wordt al reclame gemaakt voor de latexfiguurtjes van de Marsupilami, tegenwoordig een peperduur antiquarisch gadget • Al even duur is een originele pagina uit dit verhaal. Op 24 maart 2001 wisselt op een veiling van het Franse Trajan een plaat uit Het Nest van de Marsupilami's van eigenaar voor de omgerekende som van 145.000 euro, nog steeds de hoogste prijs ter wereld voor een originele stripplaat
• Nog vóór de zelfstandige stripreeks Marsupilami een feit is, wil men bij Dupuis het succes van de tekenfilmreeks De Smurfen herhalen met een andere stripreeks. De keuze valt op de Marsupilami. Maar Franquin wil in de jaren tachtig de klus niet alleen klaren. Hij zoekt een team bijeen dat hem een handje helpt bij voorbereidende tekeningen om de tv-producers over de streep te trekken. Voor de jungledecors hoeft hij niet ver te zoeken, da's een specialiteit van Will (Willy Maltaite). Verschillende jungledieren laat hij uitwerken door Marc Wasterlain. Franquin geeft de toen nog jonge Didier Conrad de kans om diverse figuurstudies van de Marsupilami te tekenen, de boosaardige personages en het kleine Indianenmeisje Cuxicu te ontwerpen. Yann (Yannick Lepennetier) is dan nog maar een beginnend scenarist die de eerste drie delen van De Onnoembaren op zijn naam heeft, getekend door Conrad. Hij schrijft samen met Yvan Delporte een paar scenario's voor potentiële tv-episodes. Een eerste scenario valt in goede aarde. Het wordt in 1989 gerecycleerd voor Marsupilami 3: Mars, de Zwarte. De Amerikaanse tv-bobo's zijn echter als de dood voor het overtreden van de strenge regels in verband met jeugdprogramma's: geen geweld, geen seks, geen drugs, geen alcohol en geen racisme. Door dat laatste ketst het tekenfilmproject af. De Indianenstam kan namelijk niet door de beugel. Om de producers te proberen overtuigen, vliegt Franquin tegen zijn zin naar Hollywood. Ondertussen is er al een pilot van vijf minuten gedraaid, gemaakt door een Japanse studio (zonder medeweten van Franquin). Het filmpje is een artistieke mislukking. Na vele pogingen en vele aanpassingen door hemzelf en derden, geeft Franquin er volkomen de brui aan en na een vooropgestelde deadline verkoopt hij de rechten aan een zakenman die daarvoor de uitgeverij Marsu-Productions opzet. Voortaan zal het weer om strips draaien... Maar Walt Disney maakt jaren later alsnog een seizoen tekenfilmepisodes waarin het dier volop tatert • Regisseur Alain Chabat bereidt momenteel een filmversie voor, gebaseerd op Het Nest van de Marsupilami's dat 3D met echte acteurs combineert.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
André Franquin
Scenarist:
André Franquin
Uitgever:
Dupuis
Eerste druk: 1960
Oorspronkelijke titel:
Les Aventures de Spirou et Fantasio 12: Le Nid des Marsupilamis
Uitvoering:
SC, kleur


36
De Meesters van de Gerst 1: Charles, 1854

Plot: Het dorpje Dorp in de Ardennen in 1854. De jonge, zwijgzame novice Charles Steenfort neemt een verfrissende duik in een nabijgelegen rivier. Hij ontmoet er de speelvogel Adrienne die hem verleidt. Charles is de lievelingsleerling en neef van broeder Joseph die hem inwijdt in de geheimen van het bierbrouwen. Adrienne weerhoudt hem ervan monnik te worden. Hij moet de abdij verlaten. Na de dood van de vader van Franz Texel doet Charles Franz het voorstel om samen een brouwerij te beginnen. Maar daarin worden ze tegengewerkt door Jan en alleman.
Topwaardering: Bier en strips. Die twee gecombineerd zijn een Belgisch visitekaartje van formaat. Dat formaat is een familie-epos van acht albums (het achtste is een bundel losse episodes afgewisseld met tekst) dat een 140-tal jaar beslaat en verschillende generaties van de brouwersfamilies Steenfort en Texel belicht. Zoals dat gaat draait het in dit epos rond intriges, machtsspelletjes, verraad, concurrentie, zakelijke en amoureuze liaisons... en heerlijk bier! Het duo Van Hamme en Vallès nemen ons zeven jaar (van 1992 tot 1999) op sleeptouw om het ganse relaas te vertellen. Met Charles, 1854 begon het allemaal.
Aantal genomineerde albums van Vallès: 3
Aantal genomineerde albums van Van Hamme: 40
Weetjes: Vallès is een Fransman, hij is op 11 december 1959 geboren in Saint-Chély d'Apcher • Hij loopt school op l'École des Beaux Arts in Saint-Étienne waar hij zijn medestudenten Luc Cornillon, Serge Clerc en Yves Chaland ontmoet. De twee laatste tekenaars zullen het, naast hun stripwerk, nog ver schoppen in de publiciteit want hun gestileerde Klare Lijn-stijl (ook wel Atomium-stijl genoemd) is populair bij art directors, designers, grafisch vormgevers en kleinere groepen stripliefhebbers. Ook Vallès hanteert een min of meer gestileerde realistische tekenstijl • In 1984 kan hij bij Magic Strip de strip Het Meer der Dwazen publiceren. In diezelfde periode adapteert hij verschillende literaire werken zoals De Drie Musketiers en Oliver Twist voor het Franse literaire magazine Je Bouquine • In 1989 zet hij de reeks Dorian Domber op voor Glénat op scenario van José-Louis Bocquet. De eerste twee albums worden in 1990 en 1992 vertaald door Farao/Oranje. Het derde deel is niet vertaald • Van Hamme heeft in zijn carrière bijna veertig prijzen gewonnen voor zijn gehele œuvre in België, Frankrijk, Nederland, Zwitserland, Canada, Spanje en Duitsland. In het seizoen 1984-1985 wordt hem de Prijs van de Dramatische Literatuur toegekend door het Belgische SACD • De stripreeks De Meesters van de Gerst bewerkt Van Hamme tot een romanversie en een televisiereeks. De tv-reeks mag een groot succes genoemd worden. Van Hammes naam wordt hierdoor bekender bij een groter publiek en met de royalties koopt hij naar eigen zeggen in De Meesters van de Gerst 8: De Steenforts (1999) een klein landgoed in Zuid-Frankrijk met bijhorend zwembad • De Franstalige roman wordt gepubliceerd bij een grote Franse uitgever en staat maandenlang in de bestsellerslijsten • De tv-reeks De Steenforts (de originele titel is Les Steenforts, voorwaar) is een Frans-Belgische co-productie van Canvas, RTBF en FR2 waarvan twee maal drie afleveringen van elk anderhalf uur worden gemaakt. De Vlaamse acteurs Michaël Pas (in de rol van Franz Texel), Lucas Van den Eynde, Johan Leysen en Vic De Wachter nemen deel aan de productie. Herbert Flack doet ook mee. Hij vertolkt de Duitse generaal Von Bissfeld en houdt een litteken over aan een scène waarin hij in een waterput valt. Deze anekdote had gepubliceerd kunnen raken in het ter ziele gegane maandblad TEEK ware het niet dat de reporter — yours truly — zijn dictafoontje vergat aan te zetten. Wij herinneren ons nog steeds de tirade van Flack nadat we hem een uurtje later daarvan op de hoogte brachten • De stripreeks kent ook al een groot succes. Nadat verschillende delen stormenderhand uitverkocht raken, worden honderden exemplaren uit Nederland teruggehaald waar de serie minder loopt • Voor verschillende promotionele en commerciële doeleinden wordt een echt Steenfort-bier gebrouwen.

D A T A S H E E T
Tekenaar:
Francis Vallès
Scenarist:
Jean Van Hamme
Uitgever:
Glénat
Collectie:
Grafica
Eerste druk: 1992
Oorspronkelijke titel:
Les Maîtres de l'Orge 1: Charles, 1854
Uitvoering:
HC, kleur


37
Caatinga
Plot: De jaren dertig in het noordoosten van Brazilië in de streek Caatinga. Diamantino da Rocha, de zoon van een kleine veeboer, vindt het lijk van zijn vader. Hij is op bevel van hun rijke buurman vermoord. Met behulp van zijn broer besluit Diamantino de dood van zijn vader te wreken. Na een bloedige vergelding zijn beide jonge boeren gedwongen te vluchten. Ze worden opgenomen door één van de talloze bendes Cangaceiros, outlaws die de woestijnachtige Sertâo onveilig maken.
Topwaardering: Eigenlijk kan je dit beschouwen als een sociaal bewogen Comanche-album (de wreedheid blijft) of een ante-apocalyptische Jeremiah. Hoe dan ook is het westernelement aanwezig, te meer omdat het toch hoofdzakelijk om wraak gaat. En daar houden Hermanns lezers toch van? De tekenaar — tegenwoordig schilder/tekenaar — verliest zich ternauwernood in het schilderen van de details in dorre landschappen, knoestige bomen, doornstruiken en cactussen en zweterige personages. Druk volgetekende pagina's, dat wel, maar met een ongelooflijk, bijna vanzelfsprekend talent.
Aantal genomineerde albums van Hermann: 25
Weetjes: De Braziliaanse film O Cangaceiro, die in 1955 in Brussel te zien is, maakt door het gewelddadige karakter een diepe indruk op de jonge Hermann. In 1991 bezoekt hij in het gezelschap van zijn vrouw Rio de Janeiro. Zijn vrouw koopt er een reeks ansichtkaarten waaronder een portret van leden van de beroemdste en meest gevreesde bende Cangaceiros. Het doet haar aan de film denken. Op het portret prijken aanvoerder Lampião en zijn vriendin Maria Bonita die in de strip voorkomen. Hermanns interesse is gewekt en hij spreekt zijn vriend Julio Emilio Braz aan, een schrijver van jeugdboeken en stripliefhebber, die in Rio woont. Hij raadt Hermann aan om zich door de complexiteit van het onderwerp zeer goed te documenteren om historische en sociologische fouten te vermijden. Julio geeft 'm films, boeken en foto's uit die tijd mee. Hermann kan aan de slag en leert terloops zelfs Portugees lezen • Begin jaren dertig staan de vrijbuitersbendes op hun hoogtepunt, maar kondigt de ondergang zich reeds aan • In 1940 sterft de laatste Cangaceiro, Corisco, luitenant en vriend van bendeleider Lampião. Zijn afgehouwen hoofd en dat van andere bendeleden wordt in het hele land tentoongesteld. Het afhakken van hoofden is een gangbare praktijk bij zowel Cangaceiros als de politie, die in wreedheid niet moet onderdoen voor de opstandelingen • Een Cangaceiro is een term uit de Sertão-streek als aanduiding van een opstandige boer die zich heeft aangesloten bij de Cangaço, een sociale beweging. Een Cangaceiro is een kruising tussen een Robin Hood en een genadeloze misdadiger • De beweging onstaat aan het einde van de 19de eeuw en revolteert uit bittere armoede door onrecht tegen de rijke landeigenaars of grootgrondbezitters, kolonels genoemd • Caatinga, genoemd naar de streek waarin het verhaal zich afspeelt, is het tweede album in Hermanns rechtstreeks ingekleurde tekenstijl dat hij voor het eerst toepast in Sarajevo-Tango (1995) • Met dit album publiceert hij nog eens een album bij Lombard waarvoor hij ooit begon met de klassieke avonturenreeks Bernard Prince, de brute, indertijd te gewelddadig bevonden western Comanche (allebei op scenario van Greg) en de start van het min of meer historische Jugurtha.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Hermann
(Hermann Huppen)
Scenarist:
Hermann
(Hermann Huppen)
Uitgever:
Lombard
Collectie:
Getekend
Eerste druk: 1997
Uitvoering:
SC en HC, kleur


38
Jaguar 3
Plot: Door de aders van de god Jaguar loopt het bloed van drie rassen: de Kluizenaars, de Amazones en de Sfeer. Jaguar manifesteert zich in de gedaante van Jida Lenj die de tijd van de steden en de tijd van de jungle weet te overheersen. Hij dooft ook de rivaliteit uit tussen de Kluizenaars en de Amazones. Hij is de enige die het mysterie kan achterhalen van de enorme Sfeer die onophoudelijk rond de aarde draait.
Topwaardering: De info bij de plot hierboven hebben we gepikt van de kwartaalfolders van uitgeverij Casterman want net zoals tekenaar Bosschaert begrijpen we niet al te veel van het verhaal en we gaan ons niet vermoeien om daar zelf een samenvatting voor te verzinnen. In verschillende edities van onze top 10-wedstrijden van het jaar haalden de albums van Jaguar steeds een sterke score. Toch begeleidden verschillende deelnemers hun inzending met de mededeling dat Jaguar hun punten enkel verdiende door de tekeningen van Bosschaert en dus niet door het verhaal van Dufaux. Niettemin betekent het voor Bosschaert een bescheiden doorbraak in het volwassenengenre in Frankrijk en dat moedigen we steeds aan want typische Belgen als we zijn moet een artiest van de eigen kluit zich eerst bewijzen in het buitenland alvorens hier met lof toegejuicht te worden. Al mogen we van Bosschaert zeggen dat het vooral extra lof is.
Aantal genomineerde albums van Bosschaert: 6
Aantal genomineerde albums van Dufaux: 22
Weetjes: Jaguar 1 komt ook voor in onze BelgenTop. Meer info vind je daar • Als illustrator verdient Bosschaert zijn sporen in Vlaanderen en Nederland. Hij tekent covers en illustraties voor onder andere Humo, Playboy, Panorama, P-magazine, Libelle, Teve-Blad, De Morgen, Ché, covers voor boeken van Hugo Claus, Marc De Bel, Benno Barnard en cd-hoezen voor onder andere Pitti Polak. Om nog maar te zwijgen van zijn affiches, zeefdrukken, ex-librissen, posters, publicitair werk, schilderijen en naaktportretten • Het contract voor Jaguar staat het duo Bosschaert-Dufaux toe om drie albums te maken. Daarna wordt de reeks geëvalueerd. Ondertussen loopt er al een tweede cyclus, Dog Mengo is er het eerste deel van. In 2006 verschijnt een tweede deel. Daarna wacht Bosschaert af of hij de serie verderzet want in de strip in het algemeen is hij redelijk ontgoocheld geworden • Dufaux beperkt zich in de scenario's die hij aan zijn tekenaars afgeeft tot de decoupage — zijn filmachtergrond indachtig —, een paar tekstballonnen en verbazend veel pagina's beschrijvende en gedetailleerde teksten voor één strippagina waarin weinig aan het toeval wordt overgelaten, maar wel aan interactie met de tekenaar • De invloeden van The Matrix mogen duidelijk zijn, alleen al door de zwarte mantels en de zonnebrillen. Deze invloed komt ook voor in De Aasgieren, een andere reeks van Dufaux, getekend door de Zwitser Enrico Marini. Maar de film Aguirre, The Wrath of God (1973) van Werner Herzog met de Duitse acteur Klaus Kinski in de rol van Don Lope de Aguirre, is ook een niet te onderschatten inspiratiebron. Klaus Kinski is met conquistadorhelm en al te herkennen in het eerste deel van Jaguar • Volgens Bosschaert hebben ze beneden Brussel en in Frankrijk geen probleem met de vreemde verhaalstructuur en -chronologie. Dufaux beweert dat Fransen graag vragen hebben, ook al blijven ze ermee zitten na drie albums. Dan hebben ze toch het gevoel een goed boek gelezen te hebben. In Vlaanderen daarentegen moet het àf zijn en vooral kloppen.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Jan Bosschaert
Scenarist:
Jean Dufaux
Uitgever:
Casterman
Eerste druk:
2003 (HC)
2004 (SC)
Uitvoering:
SC en HC, kleur


39
Thorgal 15: De Meester van de Bergen
Plot: In een besneeuwd landschap trekt Thorgal door een bergpas. Een figuur met lange rode mantel blaast op een hoorn en veroorzaakt een lawine. Thorgal kan maar net ontsnappen en vndt onderdak in een half verbrande berghut. Daar ontmoet hij de jongen Torric. Hij vertelt Thorgal over Saxegaard, de meester van de bergen en het hoofd van een bende rovers die de hele streek plundert. Bij het haardvuur vindt Thorgal een vreemde ring. Als ze de volgende ochtend opstaan en naar buiten gaan is de sneeuw verdwenen, de locatie is hetzelfde, maar de tijd helemaal niet. En dan houdt de rosse Vlana het duo onder schot. Thorgal begint door te hebben dat hij zich in het verleden bevindt. Maar hoe passen Vlana en Torric in deze historie?
Topwaardering: Van dit album hou je of je haat het. Of stellen we dit te zwart-wit voor? Vast staat dat niet iedereen gewonnen is voor Van Hammes gepruts met de tijd. Anderen (zij die het album wisten door te laten stoten tot deze BelgenTop) vinden het maar al te prettig tegelijkertijd op het verkeerde been gezet te worden en uitgenodigd te worden om actief deel te nemen om de verschillende tijdslijnen te blijven overzien. Geniaal en zeer inventief kleeft en overkleeft Van Hamme gebeurtenissen uit het heden aan die van het verleden of de toekomst en vice versa tot in 't oneindige. Je moet het lezen om het te begrijpen... en herlezen om de auteurs op fouten te betrappen. Of toch niet? Nogmaals herlezen!
Aantal genomineerde albums van Rosinski: 22
Aantal genomineerde albums van Van Hamme: 40
Weetjes: Het thema van het tijdreizen herhaalt Van Hamme nog eens in Thorgal 21: De Kroon van Ogotaï uit 1995. De jonge Jolan ontmoet er zijn oudere versie • Het tijdreisthema waarin een personage een oudere of jongere versie van zichzelf tegen het lijf loopt of kan lopen, komt voor in veel populaire films en boeken. Schrijver H.G. Wells waarschuwt in The Time Machine (1895, verfilmd in 1960, 1978 en 2002) al voor gevolgen van daden in het heden of verleden die de toekomst zullen herbepalen • Het basisverhaal met verschillende sprongen in de tijd kort op elkaar is de basis voor de ongemeen succesvolle filmtrilogie Back to the Future (geregisseerd door Robert Zemeckis, geproduceerd door Steven Spielberg en met Michael J. Fox en Christopher Lloyd in de hoofdrollen). De films lopen in 1985, 1989 en 1990 in de zalen, in dezelfde periode als de totstandkoming van dit album • Hier mogen we ook de reeks Suske en Wiske niet vergeten met Barabas' uitvinding de Teletijdmachine. Allemaal genoeg voorbeelden en inspiratie voor Van Hamme • Tussen 1 januari 1980 en 31 december 2001 bedraagt de totale verkochte, Franstalige oplage van de reeks Thorgal 6.8960.000 albums. Dat is dus zonder de albums die in de dertien andere talen zijn verschenen in meer dan twintig landen • Het jaar na de publicatie van dit album, verschijnt Hans 5: De Wet van Ardelia, Rosinski's laatste bijdrage aan de sf-reeks. Liever besteedt hij zijn aandacht aan zijn belangrijkste reeks, afgewisseld met losse albums ernaast, dan zijn concentratie en energie te verdelen over twee reeksen tegelijk. Zijn landgenoot en schoonbroer Kas (= Zbigniew Kasprzak) neemt Hans over • In 2005 vraagt een journalist van het stripinfotijdschrift BoDoï welk Thorgal-verhaal Rosinski zijn meest favoriete is. Rosinski antwoordt: “Zonder twijfel De Meester van de Bergen, zelfs nadat bepaalde journalisten van de algemene pers het negatief beoordeelden omdat ze er niets van hebben begrepen. Het is nochtans het meest logische, het best geconstrueerde.”
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Grzegorz Rosinski
Scenarist:
Jean Van Hamme
Uitgever:
Lombard
Eerste druk: 1989
Oorspronkelijke titel:
Thorgal 15: Le Maître des Montagnes
Uitvoering:
SC en HC, kleur


40
De Avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot 18:
QRN op Bretzelburg
Plot: Kwabbernoot koopt een piepklein radiootje waar Spip horendol van wordt. Het kleinood belandt in de neus van de Marsupilami waar het onophoudelijk blijft verder spelen tot hij zichzelf knock out mept en het uitschakelt. Het zendertje stoort echter de radiosignalen van de radioamateur Switch. Hij vangt al een tijd clandestiene noodsignalen op van de kleine koning Ladislas uit Bretzelburg die onder de knoet wordt gehouden door generaal Schmetterling. De Bretzelburgse geheime politie zit dan weer Switch op de hielen. Ze zien Kwabbernoot voor Switch aan en ontvoeren hem. Robbedoes en Switch moeten nu naar Bretzelburg.
Topwaardering: Dit 64 pagina's tellende album bulkt van de goeie en grappige vondsten: de onnavolgbare manier waarop de Bretzelburgse politie tegelijk op een fluitje kunnen blazen en "Alarm" roepen, de hongerige herdershond, de door merg en been gaande 'martelpraktijken' van dokter Kilikil, de krantenkostuums en de trapbus,... Hou ons tegen of we blijven doorgaan! Greg is misschien wel de meest onderschatte humoristische stripscenarist. Niettegenstaande dit Robbedoes-verhaal Franquin een kanjer van een inzinking bezorgde, moeten we na bijna veertig jaar concluderen dat hij er zijn werk van heeft gemaakt. De landschappen, huizen, kostumering, voertuigen, enzovoort zijn tot in het detail uitgewerkt. Franquin twijfelde steeds vaker aan zichzelf en schetste bepaalde prentjes tientallen tot zelfs een klein hondertal keer opnieuw en opnieuw. Talent heb je of heb je niet, maar voor de rest is het zwoegen, ploeteren en zweten. Chapeau.
Aantal genomineerde albums van Franquin: 20
Aantal genomineerde albums van Greg:
16
Weetjes: In de voorpublicatie in Robbedoes (vanaf nummer 1205 in 1961) heet het verhaal aanvankelijk QRM op Bretzelburg. Q-codes zijn internationale radiocodes waarvan elk woord uit drie letters bestaat, maar altijd begint met de letter Q. De codes zijn alfabetisch gerangschikt en worden onderverdeeld in drie grote groepen: QAA tot QNZ is voorbehouden voor de luchtvaart, QOA tot QQZ beslaat de scheepvaart en vanaf QRA mag iedereen de code gebruiken. QRM betekent "I am being interfered with..." terwijl QRN staat voor "I am troubled with static..." Radioamateurs wijzen Franquin erop dat QRM enkel interferentie van een radiozender kan betekenen terwijl het in het verhaal eerder gaat over statische elektriciteit waardoor QRN meer is aangewezen • In het reguliere album ontbreken vier platen, een scène waarin de Marsupilami met het ingeslikte radiozendertje de stad intrekt. Ook de liedjesteksten zijn veranderd voor de albumpublicatie om het geheel tijdlozer te maken. De toenmalige hit Kili-Watch uit 1960 van de Brusselse The Cousins (later nog gecoverd door Bobbejaan Schoepen en Johnny Halliday) is vervangen door de eeuwige klassieker Twee Ogen zo Blauw. Een strookje met een martelscène is ook geschrapt. Daarin moet Kwabbernoot rondlopen in een paar schoenen die een paar maten te klein zijn • Eigenlijk wil Franquin na de Zwendel-dubbelslag Z van Zwendel (1961) en De Schaduw van Z (1962) opnieuw een verhaal met Zwendel maken, uitgaand van zijn jeugd. Hij tekent het verhaal alvast. Aan het begin zou de Marsupilami een transistorradiootje inslikken. Scenarist Greg begint dan net met zijn gagreeks Olivier Blunder en heeft met Franquin afgesproken om de succesvolle samenwerking even te onderbreken. Maar als Franquin zijn verhaal gaat voorstellen aan uitgever Charles Dupuis reageert deze afwijzend. Hij wil niet weer een verhaal met Zwendel. Franquin schrikt ervan en zoekt een hele nacht met zijn collega-tekenaars en beste vrienden Peyo (Pierre Culliford), Jean Roba en Yvan Delporte naar nieuwe ideeën. De volgende ochtend belt Franquin naar Greg om zijn hulp te vragen. De gag met het ingeslikte radiootje doet Greg denken aan een bevriend radioamateur. Hij stelt Franquin voor om er eens langs te gaan en het transistorradiootje te veranderen in een radiozendertje. Franquin brengt de kerel een bezoekje, neemt foto's van alle mogelijke zend- en ontvangsttoestellen en dat zonder scenario op zak. Pas later zou Greg het hele verhaal verzinnen. Franquins oorspronkelijke idee legt hij in de kast om het er in 1967 weer uit te halen voor het verhaal Rommeles in Rommelgem, meteen ook zijn laatste Robbedoes-verhaal • De politieke situatie van Bretzelburg en zijn buurland wordt in de Duitse versie uit 1969 wel heel erg omgeturnd naar de West- en Oost-Duitse kwestie. Generaal Schmetterling heet er Ivan Sovniet en in een voorwoord is sprake van de Koude Oorlog met onrechtstreekse — maar zeer duidelijke — verwijzingen naar de onrechtvaardige opdeling van de beide Duitslanden. Verantwoordelijke voor deze farce is uitgever Rolf Kauka van het Duitse magazine Fix und Foxy. Niet lang hiervoor maakt Kauka van het stripduo Asterix en Obelix twee Germanen. De meest gebruikte zin in het verhaal is: "Die Amerikanen zijn gek!" De Romeinen en Caesar moeten GI's voorstellen. De Gothen uit het verhaal verandert hij naar Oost-Duitsers. Goscinny haalt er de Franse consul in Duitsland bij die de publicatie laat stopzetten • De levendige expressiviteit van de 'martelscènes' van dokter Kilikil lokt heel wat kritiek uit. Franquin krijgt reacties in de trant van "Hoe heb je zoiets kunnen tekenen?!? Mijn haar staat er nog steeds van overeind en mijn tanden doen nog steeds pijn als ik er maar aan denk!" • Bij de plaat voorafgaand op de marteling met het krassende krijtje op het schoolbord krijgt Franquin een depressie en moet de publicatie in Robbedoes vijftien maanden stilleggen. Geen zin meer, fysieke problemen en geestelijke vermoeidheid. Een periode waarin hij nochtans andere zaken tekent zoals Guust Flater. Diezelfde Guust mag in april 1963 in een interview met de hoofdredacteur het verhaal tot dan toe nog eens samenvatten waarna Franquin en Greg de draad weer oppikken • In 1987 verschijnt een bibliofiele integrale editie van het album in hardcover met een wikkel en een hertekende cover. In het album staat het volledige verhaal (inclusief de weggelaten passages), aangevuld met covers van Robbedoes-verzamelalbums en info over de achtergrond van het verhaal.
D A T A S H E E T
Tekenaar:
André Franquin
Scenarist:
Greg (Michel Regnier)
Uitgever:
Dupuis
Eerste druk: 1966
Oorspronkelijke titel:
Les Aventures de Spirou et Fantasio 18: QRN sur Bretzelburg
Uitvoering:
SC, kleur