161>180
BB161 - ApocalypseMania 2: Experiment IV
Slimme kop Kandahar wordt op pagina 36, voorlaatste prentje, uitgedaagd om een wiskundige reeks aan te vullen. Hij beweert dat je moet vermenigvuldigen met cos 87. Een slimmere kop dan Kandahar meldt dat dit onmogelijk is want cos 87 is een positief getal, terwijl de reeks vertrekt van een positief getal en dan uit drie negatieve getallen bestaat. De uitdrukking van de man op de achtergrond op de afbeelding hiernaast verwoordt zo ongeveer onze reactie bij dit alles.

Opgemerkt door Melanie Cappelaere

BB162 - De Gesel Gods 1: Morituri Te Salutant
Op de backcover van het eerste deel van deze historische sciencefictionreeks (?) staat dat er 13 jonge patriciërs zullen geofferd worden. Het verhaal zelf poogt minder bloederig om te springen met patriciërs. Op pagina 5 blijkt een dozijn (12 stuks dus) al meer dan genoeg te zijn. Blij dat we zijn!

Opgemerkt door Melanie Cappelaere

BB163 - Jommeke 192: De Drietand van Neptunus
De knappe rosse die in het verhaal rond struint, kiest op pagina 36 zomaar voor een blonde kleurspoeling. Al meteen op de volgende pagina heeft ze daar blijkbaar spijt van en kiest opnieuw voor haar kleurtje 'naturel'. Althans, aangezien zij op gelijk welke andere plaats (in de strip!) geen blond kapsel heeft, gaan wij er van uit dat ze van nature roodharig is. Wil je toch bewijzen? Vraag het verdorie zelf aan Jef Nys bij een eventuele signeersessie.

Opgemerkt door Phebe Van Esbroeck

BB164 - Rood Gedicht 1: Eliska (1)
Laten we dankzij de opmerker van deze Blunder eens een onderhoudend en stichtend verhaaltje vertellen over de dodo. Een dodo is een kipachtige vogel die in 1600 voor het eerst werd gezien op het eiland Mauritius, een eiland in de Indische Oceaan. Doorheen de jaren die daarop volgden, dropten boekaniers op het eiland een troep varkens (dat kan je trouwens ook lezen in een deel van Douwe Dabbert - extra info uit de Lekturama-collectie), maar ook ratten en honden. Uiteraard met de bedoeling om de varkens als voedsel te gebruiken bij een volgende passage. 80 jaar later was de dodo 'dankzij' deze immigranten uitgestorven. We vertellen je dit alles om onze verbazing te verklaren bij de rustig pikkende dodo op pagina 19, eerste prent. Een scène die zich afspeelt in een Praagse zoo in 1590!

Opgemerkt door Wouter Porteman

BB165 - Rood Gedicht 1: Eliska (2)
Op pagina 20 zie je op prentje 4 een blik op een reeks kooien op de achtergrond. De kooien die het meest op de voorgrond staan, zijn net zoals de rest van de kooien netjes afgewerkt zonder dak. Hoe men die apen daarmee braafjes in die kooi kan houden is een serieuze vraag, te meer omdat die ene aap een notoire slingeraap heet te zijn.
En we hoeven het zelfs niet in de achtergrond te zoeken. De vliegende vissen zijn een waar spektakel. Wij veronderstellen dat het water in het dertien in een dozijn-fonteintje aangepast is aan de noden van deze ZEEvissen en dus zout water is... Anders zouden deze vliegende vissen zich helemaal niet als een vis in het water kunnen voelen.

Opgemerkt door Wouter Porteman

BB166 - Persepolis 1
Het is geenszins de bedoeling dit prachtige auteurswerk te ontsieren met de misplaatse, trotse melding van een Big Blunder. Niettemin zal het er ons niet van weerhouden het toch te doen! Op pagina 43 krijgen Marjane (tevens auteur van dit meesterwerkje) en de dienstmeid des huizes een klap in het gezicht, respectievelijk op de rechter- en linkerwang. Op het laatste prentje van de pagina is de afdruk van de hand te zien op de rechterwang van allebei!

Opgemerkt door Jim Ratzenberger

BB167 - Suske en Wiske 277: De Verdwenen Verteller
In strookje 158 van dit huldealbum beveelt Suske zijn vriendinnetje Wiske om op zijn schouders te gaan zitten om zich als Jef Blaaskop te kunnen vermommen. In het volgende prentje lijkt Wiske, zittend op Suskes schouders, wel héél erg op Suske... Hey, het IS Suske! En dat arme kind Wiske zich ondertussen te pletter lopen met het gewicht van Suske op haar schouders! Tsk tsk tsk.

Opgemerkt door Sébastien Baudart

BB168 - Jerom 17: De Stalen Rat

Op pagina 12 rukt Gouden Stuntman Jerom de staart van een stalen rat, een soort amfibievoertuig. En daardoor kan dit metalen ongedierte niet meer duiken. Over land kan het voertuig wel nog voortrazen, wat het dan ook doet. Bijzonder om op te merken is het feit dat de staart opnieuw aan het gevaarte bengelt. Ook op pagina 16 en 17, waarop de rat terug vecht is zijn staart intact. Blundermatig een mooie aanwinst, temeer omdat op pagina 18 een aankondiging komt van een onnodige herstelling. Een medewerker met omgekeerd potmasker heeft de staartpunt in handen, de rat hangt er netjes aan vast. Op pagina 22 hebben ze bij het herstellen nog een paar uur werk, maar wie vraagt zich af van waar ze het staartuiteinde eigenlijk vandaan halen? Jerom had die er toch afgebroken?

Opgemerkt door Wouter Porteman

BB169 - Alex 1: Alex de Onversaagde
In het rijk van tekstballonnen en allerhande situaties voorziene eerste deel van Alex, moet de blonde stripheld zijn onschuld bewijzen in een wedstrijd wagenrennen tegen onder andere zijn aartsvijand (let er op dat we zeker de "t" niet vergeten) Arbaces. De wedstrijd start op pagina 37, laatste strook. Het startschot gebeurt historisch correct door middel van het laten vallen van een, volgens de tekst, witte doek. Alex is een reeks die bol staat van historisch correct feitenmateriaal. Jammer dus dat een inkleurder/-ster dit triviale feit verbrodde door de doek groen te kleuren.

Opgemerkt door Jim Ratzenberger

BB170 - De Blauwbloezen 16: Bronco Benny (1)

Op pagina 12 galloperen de paarden van sergeant Chesterfield, korporaal Blutch en paardenmenner Bronco Benny en hun respectievelijke berijders over een door zuidelijken bewaakte brug. Deze voorpost is pas van hun verrassing bekomen als het trio al halverwege over de brug is. Een enkele soldaat vuurt een kogel op hen af. Alarm wordt geslagen, een officier wordt verwittigd, soldaten worden gemobiliseerd en de achtervolging kan ingezet worden. Generaal Lee komt tussenbeide en verklaart dat hij op de hoogte is van hun doortocht en dat onze blauwbloezen ongemoeid mogen doorgaan. Op pagina 13 vraagt Blutch zich af of het niet al te makkelijk verliep. Dat zou een terechte gedachte geweest zijn als:
1. er niet werd geschoten,
2. de soldaten en officieren van de voorpost wél op de hoogte waren,
3. andere zuidelijken geen moeite zouden doen om de achtervolging in te zetten.
May we rest our case?

Opgemerkt door Ivan Claeys

BB171 - Lucky Luke 12: De Neven Dalton (3)
Op pagina 6, tweede strook, wandelen de vier gebroeders Dalton naar de uitgang van de saloon. Het westrencliché stipuleert dat deze in-/uitgang bij voorkeur groen geschilderde openklappende deurluiken zijn. We weten dat Joe de kleinste is (en Averell de grootste, en dan is het meestal gokken wie Jack en William zijn, nietwaar?), en hier zien we dat Joe niettemin toch hoger reikt dan de onderkant van de deurluiken. In het volgende prentje kon hij echter net onder de deur, blijkens de tekening. Ofwel bestaat er een vijfde broer, nóg kleiner dan Joe die hier even mocht invallen voor 'grote' broer Joe.

Opgemerkt door Ivan Claeys

BB172 - Nero 97: Okkerdomme
In de loop van het verhaal vernietigt de, naar eigen zeggen, coole robot Okkerdomme zichzelf. Toch beweert het blikken geval achteraf dat hij 15 jaar garantie heeft.

Opgemerkt door Ivan Claeys

BB173 - Nero 157: Het Bio-Bao-Virus (1)
In strookje 62 lopen Nero en agent Gaston BAM op elkaar. Nero beweert dat hij voorrang had van rechts. Flauwekul, want Nero komt van links.

Opgemerkt door Ivan Claeys

BB174 - Jaap 3: Jaap Wat een Troep!
In het kortverhaal De Overstroming, loopt gevangenis Inzepoket via een door Eerlijke Joop gegraven tunnel vol water. Ei zo na verdrinken zowel gevangenen als cipiers. Op pagina 41, laatste strook, zien we een mooi overzicht van deze helse ramp. De ramptoerist in elk van ons is weer bevredigd. Maar dat het water sommige inwoners tot aan de lippen komt, is een understatement want als we eens inzoomen op de hand van een drenkeling, midden in het beeld, zien we enkel een opgestoken hand en arm... Het water reikt dus duidelijk tot ver BOVEN zijn lippen. En toch zien we nog een perfect gearticuleerd tekstballonnetje opstijgen met de —hopelijk voor de drenkeling gevleugelde woorden— "Ik heb 'n bol aan m'n voet".

Opgemerkt door Jim Ratzenberger

BB175 - Tosca 2: Angelina's Keuze
Nemen we er even pagina 28 bij, het eerste prentje meerbepaald. Daarop zien we duidelijk John Tosca aan tafel zitten recht tegenover Angelina. In prentje 7 heeft ofwel Angelina haar vader van zijn stoel geduwd om naast John te kunnen zitten, ofwel heeft John zich 90 graden gedraaid, wat sowieso een vreemde positie is om enerzijds aan tafel te zitten en anderzijds de kille Cicero te woord te staan die blijkens prent 1 twee plaatsen verder naast Angelina zit. Twee prentjes later is er geen uitsluitsel mogelijk: John en Angelina zitten nog steeds face-to-face. De romantiek is voor later.

Opgemerkt door Surya Van Lierde

BB176 - De Haas van Mars 7 (1)
Op pagina 23 worden we op monsterlijke wijze geconfronteerd met een nieuw modeverschijnsel: het spandexkostuum! De president zit, zoals het zijn functie betaamt, netjes in het pak gegoten. Als hij op pagina 23, laatste prent, in zijn dino-gedaante transformeert, groeit zijn op maat gesneden pak, inclusief de stropdas, met 'm mee. Vooraleer scenarist Cothias, tekenaar Parras of jijzelf met het fortuin van deze vestimentaire uitvinding gaan lopen... te laat! Het spandexkostuum© is nu gepatenteerd door De Stripspeciaal-Zaak. Met dank aan...

...Opgemerkt door Surya Van Lierde

BB177 - De Haas van Mars 7 (2)
Op pagina 40 draagt de met bloed besmeurde David een al even smerig met bloed besmeurde rode jas. De professor met de bril draagt een lichtblauwe overjas. Nu lijkt het alsof beide heren in prent 5 elkaars jas hebben aangetrokken en zelfs elkaars haarkleur hebben overgenomen. Niets is minder waar dus, het gaat hier om een inkleurfoutje.

Opgemerkt door Surya Van Lierde

BB178 - De Haas van Mars 8
Hola, hola, wat is dat hier allemaal? Op pagina 35, laatste prent, treffen we David Rutherford en de generaal aan onder het voorwiel van een straalvliegtuig. De president komt op hen af en nadert hen snel. Als we vol spanning de pagina omslaan, zien we dat een moedige soldaat voor de korte pijn koos door een raket uit een bazooka af te vuren op de president. Het geeft een knal van jewelste. Dat moet serieus wat brokken geven, mag je aannemen. Op het volgende prentje zien we de nasmeulende inslag van de raket. Het vliegtuig is ongedeerd gebleven. Net zoals de generaal en David, op enkele bloedvlekken na, te zien in het volgende prentje. Op het eerste prentje van pagina 37 zien we de overblijfselen van de president, een bloedplas, op een te verre afstand van het vliegtuig volgens de eerste prent waar we aandacht aan gaven.

Opgemerkt door Surya Van Lierde

BB179 - Baard en Kale 11: De Rare Pop
Het hele album door loopt Baard (da's degene met de baard) in een pak rond zonder stropdas. Zijn jasje blijft dicht geknoopt, zelfs tijdens het zwemmen, maar goed. Baard en Kale (da's degene zonder baard) belanden op een van de grootste stripclichés aller tijden: een onbewoond eiland. Op pagina 23 worden ze opgevist. En kijk nu eens op het zevende prentje! Baard heeft speciaal voor die reddingsactie vanuit het niets (of een binnenzak) een stropdas tevoorschijn getoverd. Hij blijft deze dragen tot halfweg de volgende pagina. Op prent 6 van pagina 24 heeft de politie zijn stropdas waarschijnlijk weer afgepakt. Ook merken we dat tussen prent 5 en 6 Kale de zakken van zijn kostuum heeft afgescheurd.

Opgemerkt door M. Bresser

BB180 - Jaap 16: De Eerste Steen

In het kortverhaal Het Quotum moeten enkele cipiers (vijf om exact te zijn) zich als gevangene verkleden ten einde aan een opgelegd quotum te geraken om als gevangenis niet gesloten te worden. De inspecteur doet zijn telling en meldt dat er eentje ontbreekt. Al vlug blijkt het om Jaap te gaan. De directeur kan 'm nog net bij de lurven grijpen. Nu zou de telling wél moeten kloppen. Maar hola, op pagina 44 hebben vier van de vijf cipiers (Stonie zit opgesloten) hun maskerade opgebiecht aan de inspecteur. Deze laatste meldt op pagina 45 dat hij DRIE verdwenen cipiers opgeroepen heeft. Twee keer fout, want er zijn dus vijf ontbrekende cipiers te rapporteren en er dagen er vier op. Nog steeds meer dan de zogezegd drie ontbrekende subjecten.
Enfin, wellicht droomde auteur Deliège al van zijn nakend pensioen want slechts 1 pagina later mocht hij voor het allerlaatst een einde breien aan een verhaal voor zijn laatste album.

Opgemerkt door Jim Ratzenberger